Oorsprong van boten en schepen

Het is niet precies wat nou de eerste verschijning was als we het hebben over wie precies de boot of schip ontdekt heeft of waar hij vandaan zou kunnen komen. Veel culturen hadden een eigen versie van boten die zij al eeuwen op hun eigen manier maakten. Het is dus niet bekend wie de eerste zou kunnen zijn geweest. Wat duidelijk is, is dat zonder enkele invloed van elkaar, dat elke cultuur van welke continent dan ook een eigen versie heeft verzonnen van wat we vandaag als boot beschouwen.

Het is zeker dat de eerste Oost-beschavingen, ongeveer 3000 jaar voor Christus, al gebruik van houten boten maakten, die met roeispanen en zeilen werden voortbewogen. Tussen de derde en eerste millennium voor Christus, ontwikkelden de Feniciërs scheepsbouw, waardoor de commerciële en maritieme exploratieactiviteiten in de Middellandse Zee ontstond. In diezelfde tijd transformeerden de Egyptenaren, geleid door de Feniciërs, hun boten om in zee te varen. De Grieken en de Romeinen leerden van de Feniciërs de technieken om boten te bouwen, de belangrijkste boot hiervan was de trireem. In deze Grieks-Romeinse tijd verscheen het oorlogsschip, dat licht was en zich voortstuwde door roeispanen. De koopvaardijschepen, met de meest solide en zware romp, en gebruikte vierhoekige zeilen. Ongeveer in het jaar 600 verscheen de Chinese rommel, bekend als de oudste traditionele zeilboot. Het werd gebruikt voor oorlogen en commercie.

Aan het einde van het Romeinse Rijk, Byzantium bouwde de Dromon, een gemengde boot voor roeien en zeilen, en andere koopvaardijschepen met twee of drie stokken en vierkante zeilen. Tegelijkertijd verscheen het driehoekige of Latijnse zeil en waren de rompen van de schepen minder zwaar en sneller. Tegelijkertijd zeilden de Vikingen in Noord-Europa op houten boten met roeiriemen en met een enkel vierkant zeil. Deze worden de drakkar en de snekar genoemd, waarmee ze in de middeleeuwen grote successen behaalden. Ten tijde van de kruistochten werd de ontwikkeling op zee versterkt in de constructie van het militaire apparaat van schepen zoals galeien en galjoenen en kazakken voor handel. De Romeinse kombuis had een lengte tussen 30 en 60 meter en werd bestuurd door 20 roeiers op bakboord en 20 roeiers op stuurboord, en het had ook tussen twee of drie masten voor zeilen. Vanaf de vijftiende eeuw werden de galeien aangepast met kanonnen.